MISSIONAIRE: EROP UITGAAN OM MET ZOVEEL MOGELIJK MENSEN GODS LIEFDE TE ONTDEKKEN.

Effata

Overweging van 30 april 2023.

Overweging van Wim Rigters.

Lezingen: Handelingen 2, 14a.36-41; en Johannes 10, 1-10.

Thema: Gezien worden.

 Anders dan op de meeste zondagen van het jaar wordt op deze 4e zondag van Pasen als Evangelie - weliswaar niet dezelfde tekst, maar wel uit dezelfde redevoering van Jezus gelezen: namelijk over de herder en de schapen. Wellicht zult u begrijpen, dat je als voorganger die de overweging mag houden, wel eens verzucht: wat zal ik er deze keer over zeggen? De ‘Goede Herder’ is vanaf het vroege christendom een geliefd beeld, getuige afbeeldingen op de graven in de catacomben, zoals dit beeldje - een jonge man met een schaap over zijn schouders: “De Heer is mijn herder - Hij schraagt m’als ik wankel, Hij draagt m’als ik viel” wordt veelvuldig gezongen door de protestanten in een vertrouwde bewerking van Psalm 23, en bij ons katholieken staat ‘Want mijn herder is de Heer’ ook hoog genoteerd. Wij hebben gekozen voor een waarschijnlijk onbekende en misschien ook wat moeilijke tekst van deze psalm: “Mij weet de ziende”, - en deze woorden riepen bij mij meteen die andere op – van Huub Oosterhuis: “Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik?” Dichterstaal, maar dichters kunnen vaak in weinig woorden de kern van de zaak, je ziel raken. Dit lied gaat over de Ene, de Eeuwige, die mij ziet en kent en neemt zoals ik ben, en vraagt: is dat niet te mooi om waar te zijn?

Ken je mij? Wie ben ik dan?
En Jezus stelt zich voor: Ik ben . . . Dat willen we toch ook horen, als we hier samenkomen: wie ben jij? - om te weten wie wij zelf moeten zijn, als zijn naamdragers? Nou dan moet je wel bij Johannes zijn: in zijn evangelie laat Hij Jezus zevenmaal zeggen wie Hij is: ‘Ik ben het brood om van te leven’, ‘Ik ben het licht van de wereld’, ‘Ik ben de deur voor de schapen’, ‘Ik ben de goede herder’, ‘Ik ben de opstanding en het leven’, ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’, en ‘Ik ben de ware wijnstok’.

‘Ik ben”; Exegeten zijn het er over eens, dat Johannes deze woorden heel bewust in de mond legt. In het Grieks schrijf je de ‘Ik ben’-uitspraak van Jezus als volgt: ἐγὼ εἰμί (ego eimi). En dat terwijl alleen het woord εἰμί al ‘ik ben’ betekent. Hier is geen extra toevoeging bij nodig. Waarom dan toch de toevoeging

ἐγὼ? Deze toevoeging legt een extra nadruk op het persoonlijk voornaamwoord. Er staat daardoor letterlijk ‘Ik, Ik ben’. Op deze manier benadrukt Johannes dat Jezus het is, en niemand anders, voor wie de betreffende omschrijving geldt. Hij is degene die onderhoudt, die verlicht, die toegang verleent, die zorg draagt, die leven schenkt, en die leidt in de juiste richting. En daarmee stelt hij Jezus gelijk aan God. Voor de Joden was zijn uitspraak ἐγὼ εἰμί heel duidelijk. Hiermee identificeerde Jezus zich met de Naam waarmee God zich in het OT had bekendgemaakt aan Mozes. Dit blijkt heel duidelijk uit de reactie van de toehoorders op de woorden van Jezus die Johannes elders weergeeft (8: 58) ‘Waarachtig, ik verzeker u, van voordat Abraham werd geboren, ben ik.’. Waarop de omstanders als volgt reageren: ‘Toen raapten ze stenen op om naar hem te gooien’.
U kent dat plechtige begin van Johannes’ evanglie wel: ‘In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God’ en iets verder: ‘Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet
opgenomen. Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam’.

Ken je mij? Wie ken je dan?
Jezus heeft zich voorgesteld.
In psalm 23 hoorden we: ‘in uw verlengde weet ik mij’; weet ik dus, wie te zijn, wat te doen, als ik Hem wil volgen?

Vorige week reed ik met de auto naar Wijchen en stilstaand voor het stoplicht viel mijn oog op een groot geel bord langs de weg; verder rijdend kon ik nog net zien wat erop stond: “LET OP! ZORG DAT JE ELKAAR ZIET!”. Eigenlijk ging dat over vrachtwagens en dode-hoek-spiegels, maar is niet elk evangelie- verhaal een spiegel, die me mijzelf en die ander laat zien?

Oosterhuis dicht en zingt:
Ben jij de enige voor wiens ogen Niets is verborgen van mijn naaktheid Kan jij het hebben,
Als niemand anders,
Dat ik geen licht geef, niet warm ben, Dat ik niet mooi ben, niet veel
Dat geen bron ontspringt
in mijn diepte
Dat ik alleen dit gezicht heb,
geen ander.
Ben ik door jou, zonder schaamte, gezien, genomen,
door niemand minder?
Zou dat niet veel teveel waar zijn? Zou dat niet veel teveel waar zijn?

Let op! Zorg dat je elkaar ziet!
Of zoals psalm 23 eindigde:
“Waarlijk zal ik gaan in licht en verbinding alle dagen  want waar ik leef, zal wonen een ziende”.

 

Dutch Dutch

Translations are automated (Google translate) so they might not be 100% accurate. 

Contactgegevens

Parochie Heilige Stefanus
Berg en Dalseweg 40
6521 JJ
Nijmegen
024-3221371