Overweging van Sanneke Brouwers.
Lezingen: Handelingen 10, 34-43; en Johannes 20, 1-9.
Thema: HET LEGE GRAF.
Maria Magdalena is de eerste volgeling van Jezus die op Paasochtend bij het graf komt. Ze ziet dat de steen voor het graf is weggehaald. En weet genoeg. Het lijk mij wel een haastige conclusie. Maar Maria van Magdala kan niks anders bedenken dan dat ‘ze’ hem ergens anders hebben neergelegd.
Simon Petrus en de andere leerling willen het zelf gaan zien. Simon Petrus wordt ingehaald door de andere leerling die er als eerste is. De tweede leerling ziet de linnen doeken liggen. En weet genoeg.
Ook wij trekken vaak haastige conclusies of doen slordige analyses om snel te komen tot wat we al verwacht hadden. ‘Ze’ hebben hem ergens anders neergelegd. ‘Ze’ vertellen niet het hele verhaal… ‘Ze’ proberen misbruik van ons te maken.
Het lege graf wordt pas na 1, 2, 3 ontdekt. Maria ziet dat de steen is weggehaald. De andere leerling werpt een blik naar binnen en ziet de doeken liggen. Simon Petrus komt als laatste bij het graf maar is toch de eerste die het lege graf ontdekt. Want de Bijbel probeert ons voor te houden dat we niet te ijlings moeten zijn. Niet te snel moeten oordelen. Dat de laatste de eerste zullen zijn, En we al zeker niet moeten gaan wijzen naar ‘ze’, hullie en zullie.
Simon Petrus komt bij het graf aan en gaat naar binnen. Hij oordeelt niet van een afstand, vanaf de buitenkant. Want een steen en wat doeken maken nog geen verrijzenis.
De vorige keer dat ik hier mocht preken ging het over Lazarus. En ik herinner mij uit dat verhaal dat Jezus de omstanders, en dus niet Lazarus, een opdracht gaf. Deze luidde: “Maak hem los”. En: ”Laat hem gaan.” Dit is precies wat hier ook lijkt te zijn gebeurd. Jezus heeft zichzelf losgemaakt, dat zien we aan de doeken die op de grond liggen. Ook is hij zelf weggegaan. Dat zien we aan de steen die is weggerold. Jezus is opgestaan uit de dood. Want het graf is leeg. Alle hints kloppen. Is dit de manier waarop Jezus zich als verlosser aan ons kenbaar maakt?
Het is paradoxaal dat Jezus met zijn boodschap van liefde de kern legt in loslaten. Toch denk ik dat zijn boodschap waar is en heel waardevol in onze tijd. Want liefde heeft te maken met elkaar de ruimte geven. De ander zich te laten ontwikkelen. Elkaars verschillen accepteren.
Jezus maakte mensen los uit hun vertrouwde leven en nodigde hen uit, mee te gaan. Want door los te laten, juist door niet te sturen, neem je zelf weer de regie in je leven. Bijvoorbeeld door wat vaker je telefoon weg te leggen. Maar ook door los te komen van verwachtingen van andere of gebeurtenissen uit het verleden. Van wat we ons opleggen, over dat wat hoort of moet, wanneer we voelen dat we tekort schieten.
Ook schuldgevoelens kunnen iemand opsluiten en blokkeren. Nog meer belastend zijn schaamtegevoelens, deze zorgen er voor dat iemand zich gaat verstoppen. Uit angst voor het oordeel dat anderen over hem kunnen vellen. Misschien ging ook Lazarus gebukt onder schudgevoelens en trok hij zich daarom terug in een donkere grot. Jezus zegt hem: Lazarus, kom tevoorschijn. Hij wil dat Lazarus zich laat zien aan de mensen. Maar ook wil Jezus Lazarus beschermen tegen het oordeel van de mensen of de verwachtingen van zijn omgeving. Maak hem los. Laat hem gaan.
‘Verlos ons van het kwade’. Is de slotzin van het Onze Vader dat we altijd samen bidden. ‘En vergeef ons onze schuld’. Vergeving van schulden en verlossen van het kwaad is belangrijk in Jezus’ boodschap. Deze verlossing bracht hij Jezus door met ander ogen naar mensen te kijken. Met de ogen van God. Wij mensen hebben vaak en snel ons oordeel klaar.
Schuld en schaamtegevoelens zijn voor iedereen herkenbaar. En ik kom het vaak tegen bij veteranen. Die worstelen met ervaringen uit een missie, met wat ze hebben gezien, gedaan of nagelaten. Schuld en schaamte zijn twee verschillende dingen. Schuldgevoelens komen voort uit het besef dat iemand te kort is geschoten. Hij betreurt zijn eigen handelen of het nalaten daarvan, vindt dat het anders had gemoeten. Deze spijt brengt bij mensen de behoefte naar verzoening. Ze willen hun fouten goedmaken. Bij veteranen zie je dat bijvoorbeeld bij Libanongangers die de machteloosheid van de missie niet kunnen loslaten en een inzameling organiseren na de ontploffing in Beirout. Of veteranen die terug gaan naar het gebied om aan een project te werken of te zien hoe mensen in het voormalig oorlogsgebied ook de draad ook weer hebben opgepakt. Zij zoeken de verbinding om schade te herstellen.
Schaamte daarentegen is veel belastender. Want daarbij staat niet alleen het handelen op het spel, maar iemand als persoon. Iemand die zich schaamt, gaat uit de verbinding, verstopt zich om aan het oordeel van de omgeving te kunnen ontsnappen. Dit zijn veteranen die niet meer naar buitend durven en de gordijnen dicht houden. Zoals een graf waar een steen voor ligt.
Het christendom is een schuldcultuur, waarin menselijke tekortkomingen onder ogen mogen zien. Maar het gaat nooit alleen over schuld ervaren, maar ook altijd over spijt betuigen, beterschap beloven, boete doen en verzoening. Ik denk nog steeds dat dit een goede manier is om om te gaan met onze eigen tekortkomingen. Er is een uitweg uit ons falen.
Maar met het verdwijnen van de biechtcultuur, transformeerde de christelijke schuld cultuur in een schaamtecultuur. En hierbinnen is het veel lastiger om fouten toe te geven en spijt te betuigen. Hierdoor wordt ook de weg naar herstel geblokkeerd. Schuld bekennen en fouten toegeven wordt binnen de schaamtecultuur als een zwakte gezien. Dat kun je dus beter niet doen. Zo verstoppen mensen zich en proberen zich er uit te draaien. Zoals de belastingdienst die maar geen schuld bekent en het probleem oplost. Terwijl het zo simpel is: verlos hun van hun schuld. En laat hen gaan.
Zo lang schuld gaat over fouten maken en fouten herstellen gaat het over een werkend geweten. Een schuldgevoel nodigt uit tot introspectie en beterschap beloven. Daarvoor moet je soms even in jezelf afdalen. In de stilte, in het donker. Om daarna weer naar buiten te komen. Jezelf te laten zien en een nieuw begin te maken. Met Pasen vieren we ons geloof in dit nieuwe begin.
Het is immers in het lege graf dat de leerlingen tot geloof komt. Het is niet voldoende de weggerolde steen te zien. Het is niet voldoende om de linnen doeken te zien. Je moet naar binnen, in het graf, in het duister. Jezus volgen, houdt niet op bij het kruis maar gaat tot in het lege graf. Daar begrijpen de leerlingen wat Jezus’ verlossing betekent: loslaten en op weg gaan. Niet vast blijven zitten in schuld, maar verlost worden, niet je verstoppen uit schaamte, maar op weg gaan.
Deze bijzondere les die Jezus ons leerde met het lege graf, is onze levensopdracht. Maak je los, niet door verantwoordelijkheid te ontlopen, je te verstoppen bij fouten. Maar door er van leren, door het goed te maken en schuld in te lossen, je te verzoenen. Het graf is leeg omdat Jezus deed wat hij predikte.
Op deze Paasmorgen herhaal ik voor onszelf graag deze levensopdracht: Maak je los en ga op weg.
Amen.