
Overwegingen
Overweging 9 maart 2025
Voorganger: Jan van der Wal
Lezingen: Deutoronomium 26, 4-10 en Lucas 4, 1-13
Thema: De aarde is een geschenk
Van bekoring naar bekering. Dit thema zal zes weken lang leidend zijn in de Veertigdagentijd. Roept het al iets op bij u? Het zijn twee oude en traditionele begrippen in de Kerk, die ook al voordat de Evangeliën werden geschreven een rol speelden in de Joodse godsdienst. Bekering speelt nog steeds een hoofdrol in het leven van christenen, en hen die daar grote interesse in tonen.
Metanoia, ommekeer of toewending, is een centraal begrip in de Bijbel. Wij wenden ons tot het hogere omdat het ons wat uitmaakt dat wij innerlijk ons versterken willen. En dan moeten, willen afzien van verleidingen en bekoringen die ons weerhouden om de rechte weg te volgen. Een periode van vasten kan ondersteunen wat wij van plan zijn om uit te voeren: bereid te zijn om af te zien van extra’s die de weg naar echte vrede in ons hart belemmeren.
Jezus kiest niet voor de woestijn om daar beproefd te worden; Hij wordt er als het ware heen gedreven door de Heilige Geest om zijn roeping en uitverkiezing te verankeren in zijn ziel. De Geest kiest Jezus om volmaaktheid na te streven. Hij ondersteunt Jezus om de beproeving te doorstaan en inspireert Hem om de juiste keuze te maken.
In de woestijn krijgt Jezus met het kwaad te maken. Het zijn verleidingen waar we in een andere vorm allemaal bloot aan staan. De bekoringen waar Jezus aan bloot gesteld werd bestonden precies uit die zaken waar zijn en onze menselijke zwakheid werd getest. Zo gaat het ook met ons: wij worden bekoord door verlangens, ingevingen, impulsen en neigingen die feilloos onze zwakheid blootleggen. Maar in onze zwakheid ligt, net als bij Jezus, ook onze kracht.
Jezus pareert de verleidingen van de duivel, die de mens Jezus beproeft, zoals de Geest voorzien heeft, met citaten uit de Heilige Schrift. Het verhaal drukt de keuze van Jezus uit die een radicale band wil met zijn Vader. Hij gaat niet voor minder en is bereid beproevingen en lijden te doorstaan. Zijn standvastigheid is de trouw die Hij bereid is te geven voor God en zich niet van de wijs te laten brengen. Beproevingen in behoeftebevrediging en onkwetsbaarheid, verleiding van onbeperkte macht en aanzien geven Hem kracht en onwrikbaarheid.
Zijn wij ook zo sterk in het herkennen van het kwaad? Zijn wij ook bereid om radicaal voor God en zijn wereld te kiezen en laten we achter ons wat ons hindert? De Vasten is een proefperiode van veertig dagen waarin wij ons oefenen hoe het is om af te zien van ingesleten gewoonten en patronen. Alert te zijn op hetgeen anders kan, anders zou moeten, daar gaat het om.
Vroeger werd er grote nadruk gelegd op de persoonlijke tekortkomingen van de afzonderlijke mens. Er werd daarentegen veel minder waarde gehecht aan de collectieve zonden die ontegenzeggelijk ook veel grotere gevolgen konden krijgen. Er zijn namelijk geraffineerde vormen van menselijk gedrag die ons tegen de borst kunnen stuiten. Reclame, consumptiedrang verleiden ons dagelijks om ook verkeerde keuzes te maken. Menselijke neigingen om overal bij te willen zijn, niets te willen missen, invloed willen hebben, de aarde uit te buiten omwille van grondstoffen, landen te veroveren met hetzelfde doel, leiders die zich aanmatigend opstellen en hele volkeren die dat wel best vinden en applaus geven. Waar de een macht krijgt, gaat dat altijd ten koste van de andere, waar een volk de baas wil spelen gaat een ander volk aan ten onder.
Vandaag de dag kunnen we al de gevolgen merken van klimaatverandering, die elders in de wereld ook grote gevolgen heeft voor de voedselvoorziening en biodiversiteit. Het zijn vaak verkeerde keuzes uit het verleden, maar ook uit het heden, waardoor de ecologische gevolgen afgewenteld worden op kwetsbare groepen en landen. Dat vereist nu erkenning van dit onrecht en herstel van rechtvaardigheid. Van bekoring naar bekering op wereldschaal.
Kunnen we de aarde als een groot geschenk ervaren, en er zo naar handelen. In de Bijbel ontvangt het Israëlitische volk een land dat overvloeit van melk en honing. Maar het is een land dat geschonken is, en ook onderhouden dient te worden. God is de gulle Gever, maar wordt Hij ook zo steeds geëerd? We mogen de Heer niet op de proef stellen, dus evenmin zijn geschenk van de aarde. Dat betekent dat er niet mee gesold mag en kan worden. Er is maar een aarde.
Als Jezus aan bekoringen blootstaat, en onbeperkte macht krijgt aangeboden door de Duivel, kan Hij deze weerstaan. Namelijk door zichzelf niet zo belangrijk te vinden, te benadrukken dat Hij geen recht op aanzien en macht heeft, maar slechts de gulle Gever God wil vereren: Hem alleen aanbidden wil, zonder een aardse macht of eer of aanzien te ambiëren. Bescheidenheid helpt.
Dat betekent voor ons innerlijk sterk staan, ook als je lichaam verzwakt is door honger of je geest verzwakt is door eenzaamheid of verdriet. Dan wordt het moeilijker om bekoringen te weerstaan en vast te houden aan je eigen plan. Zo wordt het ook tijd om ons met de aarde te verzoenen en haar niet te bestrijden of te ontmantelen. In deze seculiere wereld blijft de aarde een heilig geschenk.
Vasten houdt een vastberadenheid in, een die principieel het kwaad afwijst, om je heen en ver weg op aarde. Dat begint bij jezelf en je eigen gedrag. Waar kies je voor? Mag het een pondje minder zijn in deze tijd, waarin er zoveel roofbouw wordt gepleegd op de aarde. Mogen wij in deze Vastentijd verantwoorde keuzes maken en bidden wij voor stand-vastigheid in ons handelen, opdat wij betrouwbare getuigen worden die Gods heilsboodschap uitdragen.
Ik wens ons allen een mooie en krachtige tocht naar Pasen toe. Amen.
Overweging 16 februari 2025
Voorganger: Peter Nissen
Lezingen: Jeremia 17, 5-8 en Lucas 6, 17 en 20-26
Thema: Kracht in kwetsbaarheid
Kracht in kwetsbaarheid
Wij leven, lieve vrienden van Effata, in een vreemde wereld. Wij leven in een wereld waarin veel pijn wordt geleden, een wereld waar veel verdriet is, waar veel wordt gehuild, waar honger wordt geleden, waar mensen in armoede leven, waar mensen worden buitengesloten en worden bespot.
Misschien zien wij het niet zo snel in onze eigen omgeving. Maar je hoeft de krant maar open te slaan om de pijn van de wereld tegen te komen. Wij lezen over de oorlogen en het geweld in Oekraïne, in Israël en Palestina, en misschien ook nog over die in Oost-Congo en Soedan. Maar dat zijn nog maar een paar van de 59 oorlogen die momenteel in de wereld woeden. Ongeveer een derde van alle landen in de wereld heeft te maken met oorlog of met een vorm van gewapende conflict.
De armoede in de wereld neemt toe. Ongeveer 1 miljard kinderen in de wereld moeten basisbehoeften als voedsel en schoon water missen. En de verschillen tussen arm en rijk worden alleen maar groter. De Amerikaanse multimiljardair Elon Musk (dat is de man die momenteel samen met Donald Trump de Verenigde Staten bestuurt) heeft een vermogen van ruim 400 miljard dollar. 4 miljard dollar, één procent dus van het vermogen van Musk, zou volstaan om de acute honger in Afrika op te lossen.
Mensen raken op drift, wereldwijd en in ons eigen land. Zij worden dakloos of migrant, zoals Jezus dat meteen na zijn geboorte ook was: geen plaats voor Hem in de herberg en meteen moeten vluchten naar Egypte. U ziet Hem op de omslag van uw liturgieboekje: de dakloze Jezus. Het is een beeld van de Canadese kunstenaar Timothy Schmalz, de man die ook het beeld maakte van de boot met vluchtelingen dat op het Sint Pietersplein in Rome staat. Er staan inmiddels vijftig afgietsels van de dakloze Jezus bij verschillende kerken in de wereld, ook bij de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. Ik fotografeerde het beeld bij de Magdalenakerk in Brugge.
En die Jezus zegt dan vandaag in het evangelie: gelukkig de armen, gelukkig de mensen die honger hebben, gelukkig de mensen die huilen, gelukkig de mensen die gehaat en buitengesloten worden. Het zijn de zogenaamde zaligsprekingen, die u misschien beter kent uit de Bergrede in het evangelie volgens Matteüs. Daar zijn het er acht, zoals de acht zaligheden in de Brabantse Kempen, of misschien negen of tien; het ligt er maar aan hoe je telt. Bij Lucas zijn het er vandaag maar vier, en ze worden niet uitgesproken vanaf een berg, vanuit de hoogte, maar in het veld. Jezus is afgedaald naar een vlak terrein, zo hoorden we. De passage staat dan ook bekend als de Veldrede. Maar er is nog een groot verschil. Bij Matteüs zijn de zaligsprekingen nogal vergeestelijkt: zalig de armen van geest, zalig die hongeren naar gerechtigheid. Maar bij Lucas gaat het om heel concrete noden, om materiële toestanden: armoede, honger, verdriet en vervolging, en wel nú. Lucas spreekt zijn gehoor, ook ons dus, direct aan: jullie, jullie.
Die mensen in nood worden ‘gelukkig’ of ‘zalig’ genoemd. In het Grieks staat er het woord ‘makarios’, en daarmee werden in de Oudheid de goden aangesproken. Jezus zegt met die aanspreekvorm dus eigenlijk: jullie, de armen, de bedroefden, de vervolgden, jullie zijn als goden. Jullie zijn meer dan je armoede, je honger, je verdriet en pijn. Jullie zijn als goden! Want aan jullie behoort de wereld zoals God die heeft bedoeld: het koninkrijk van God. En als dat koninkrijk er is, dan zullen jullie lachen, zullen jullie volop te eten hebben, zullen jullie dansen van blijdschap. De woorden van Jezus zijn woorden van solidariteit met allen die verdriet en pijn lijden, die op de vlucht zijn, die dakloos zijn en berooid, beschimpt en uitgestoten. God is met jullie. Daarmee is jullie pijn en honger, jullie verdriet en armoede niet meteen weggenomen. Maar weet dat God deelt in jullie lijden. Zoals de dakloze Jezus voor die kerk in Brugge.
En God is ook met degenen die het nu voor de wind gaat, die nu rijk en voldaan zijn. Maar die het ooit minder kan gaan. ‘Wee jullie,’ zegt Jezus, tot vier keer toe, en in het Grieks klinkt dat ‘wee’ bijna hetzelfde: ‘ouai’. Dat betekent geen veroordeling of vervloeking. Het is geen ‘wacht maar, jullie tijd zal nog wel komen.’ Integendeel, Jezus zegt: ik voel ook mee met jullie als het jullie ooit slechter zal vergaan. Want het kan zomaar omkeren in een mensenleven. Ik heb er van de bezoekers van het straatpastoraat genoeg voorbeelden van gehoord: mensen die ooit welgesteld waren, een eigen zaak hadden en een eigen huis, en die door tegenslag in het leven nu buiten moeten slapen of in de nachtopvang. God is ook bij jullie. God voelt met jullie mee. God lijdt met jullie mee. Want door mens te worden in Jezus heeft Hij zich ook kwetsbaar gemaakt.
De woorden van Jezus zijn vooral een oproep om niet onverschillig te blijven. In zijn recente boek met herinneringen spreekt paus Franciscus over de verleiding van de onverschilligheid. De onverschilligheid is de grootste tegenstander van de liefde. ‘De liefde staat geen onverschilligheid toe,’ zegt de paus, want ‘onverschilligheid kan doden.’ En daarom mag een christen niet onverschillig blijven tegenover de pijn in de wereld. Een christen steekt zijn hand uit.
Dat boek met herinneringen van de paus heet ‘hoop’. En die hoop is de kracht in kwetsbaarheid. Voor christenen, zo zegt de paus, heeft de toekomst een naam en die naam is hoop. Er hoeft maar één man of vrouw te komen die niet langer onverschillig is, en dat kun jij zijn. En dan komt er nog een jij en nog een, en uiteindelijk worden we een ‘wij’. En dan is er toekomst mogelijk, toekomst waarin we onze ogen openen om de ander te zien, waarin we onze oren gebruiken om de ander te horen, om te luisteren naar de roep van de armen, de mensen die bang zijn voor de toekomst, de mensen die verdrukt worden en niet voor vol worden aangezien. De roep ook van onze aarde, ons gemeenschappelijk huis, dat ziek is en mishandeld wordt. Als we die roep horen, lieve mensen, en niet langer onverschillig blijven, dan is er toekomst mogelijk. Dan is er hoop.
Moge het zo zijn!
Overweging 29 december 2024
Voorganger: Peter Nissen
Lezingen: 1 samuel 1, 20-22 en 24-28, Lucaas 2,41-52
Thema: Hoop en vertrouwen
Hebt u uw noodpakket al in huis gehaald? En hebt u dan het starterspakket van 139 euro of het professionele pakket van 279 euro in huis? Zaklamp, fluitje, radio, hamer, zaag, maandverband, flesjes water, EHBO-kit, en bij het duurdere pakket nog een powerbank en een isolatiedeken. De rijksoverheid wil graag dat wij ons voorbereiden op een oorlog of op andere rampen. En bent u al bezig een schuilkelder te graven? Met enige regelmaat verschijnen er hoge militairen op de tv om ons te vertellen dat er te weinig schuilkelders in Nederland zijn. En Mark Rutte verkondigde twee weken voor Kerstmis dat het tijd is voor een oorlogsmentaliteit. Zo, lieve mensen, gaat de oorlog vanzelf tussen onze oren zitten.
En dan komt er in de Kerstnacht een hemels engelenkoor bij de herders op het veld zingen: ‘Eer aan God in den hoge en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.’ En ze zingen het ook voor ons: vrede op aarde. Zou het nog ooit wat worden? Gelooft u er nog in? De toestand van de wereld maakt het er niet gemakkelijker op. Je hebt geen Mr. G.B.J. Hiltermann nodig om je dat te realiseren. De omstandigheden geven weinig aanleiding tot optimisme.
En toch hebben wij hier vier dagen geleden ook nog gezongen over vrede op aarde, en we zingen het aan het eind van deze viering nog een keer. We zijn in de advent op weg geweest naar Kerstmis als pelgrims van hoop. En vandaag openen wij het Jubeljaar of Heilig Jaar, dat pelgrims van hoop als thema heeft. Wij willen onze hoop voeden, want wij geloven in hoop.
Hoop is iets anders dan optimisme. Optimisme is gebaseerd op feiten, op trends, dus op berekening. De ontwikkelingen zijn zus of zo, dus het komt wel goed. Hoop daarentegen is gebaseerd op vertrouwen, zelfs tegen de feiten in: de ontwikkelingen zijn zus of zo, en toch vertrouwen we dat het goed komt.
Vertrouwen is de basis van hoop. Wij hebben vandaag twee verhalen gehoord over vrouwen van vertrouwen. Het eerste is het verhaal over Hanna, die tegen alle verwachting in toch nog een kind kreeg, haar zoon Samuël. Zij ging met hem naar de tempel in Silo, ‘plaats van rust’ betekent dat. Het is een heel oud verhaal, nog van vóór de tijd dat Jeruzalem de stad van de tempel en het centrum van de eredienst werd. In Silo werd de ark van het verbond bewaard, bijna vierhonderd jaar volgens de Talmoed. En daar in Silo droeg Hanna haar kind op aan God. Een daad van vertrouwen: ‘zo lang hij leeft, blijft hij aan de Eeuwige afgestaan.’ Hanna wist niet wat het leven Samuël zou brengen, en toch durft zij het aan om hem af te staan aan God.
En dan het evangelieverhaal dat er zo veel op lijkt. Ook Maria gaat met haar zoon naar de tempel, maar dat is nu die van Jeruzalem. Zij maken een pelgrimage voor het joodse Paasfeest, en dat doen ze met een hele karavaan van mensen uit Galilea, mensen uit hun dorp Nazareth en familieleden. Dat was een hele onderneming, want nu rijd je met de auto in goed twee uur van Nazareth naar Jeruzalem, als je tenminste onderweg geen controles krijgt, maar in de tijd van Jezus was het te voet een tocht van een dag of vier. Op de terugweg uit Jeruzalem komen Maria en Jozef er achter dat Jezus niet meer bij de karavaan is, dus ze gaan terug. En daar vinden ze Hem in de tempel, in discussie met de rabbijnen, twaalf jaar oud, en ze staan versteld van de antwoorden die Hij geeft. Het is trouwens de eerste keer in het evangelie dat Jezus zelf sprekend wordt opgevoerd, en het is het enige wat we weten over zijn jeugd. Verder horen we daar niets over, behalve in latere, zogenaamde apocriefe teksten, waaruit één verhaal over de jeugd van Jezus ook in de Koran is opgenomen.
En dan komt de daad van vertrouwen van Maria. Zij zegt: ‘wij waren ongerust toen we je kwijt waren.’ Maar die eigenwijze puber Jezus antwoordt: ‘wisten jullie dan niet dat ik bij mijn Vader moest zijn.’ Maria en Jozef begrijpen die uitspraak niet, zegt de evangelist. Maar Maria bewaarde alles in haar hart. Dat zelfde hoorden we in de Kerstnacht ook al, toen de herders bij het pasgeboren Kind op bezoek waren. Maria bewaarde alles in haar hart. Ik vind het zo’n ontroerende woorden. Pareltjes van vertrouwen zijn het. Jongen, ik begrijp er niets van, maar ik heb vertrouwen in je. Het komt goed!
Dit diepe, fundamentele vertrouwen dat Hanna en Maria, deze vrouwen van vertrouwen, in de lezingen van vandaag uitspreken, dat is hun noodpakket. En dat is ook het noodpakket dat wij in onze tijd nodig hebben, meer dan een EHBO-kit en een zaklamp, die natuurlijk ook nuttig zijn. Dat vertrouwen is de basis van onze hoop op een toekomst van vrede en gerechtigheid.
Het Heilig Jaar staat in het teken van deze hoop. Het grijpt terug op de Bijbelse traditie van het Jubeljaar: het vijftigste jaar, na zeven keer zeven jaar (een heilig getal), waarin rechtvaardige verhoudingen werden hersteld, waarin schulden werden vergeven, waarin niemand mocht worden benadeeld en waarin armen en vreemdelingen werden geholpen. Het is de hoop van paus Franciscus dat ook 2025 een jaar van rechtvaardigheid en barmhartigheid mag worden.
Want te midden van al die ellende en onzekerheid die we om ons heen zien, leeft in het hart van veel mensen het verlangen naar vrede en gerechtigheid. Precies dat verlangen, zo zegt paus Franciscus, is wat ons hoop kan geven. ‘In het hart van ieder mens leeft de hoop als verlangen naar en de verwachting van het goede, ook al weet hij niet wat morgen zal brengen,’ aldus de paus.
Dat goede is een gave van God, maar Hij heeft er onze handen voor nodig. Daarom vraagt de paus om in dit Heilig Jaar tastbare tekens van hoop te stellen. Hij heeft de rijke landen opgeroepen de schulden van arme landen kwijt te schelden. Hij heeft zijn pleidooi herhaald om de doodstraf af te schaffen en hij heeft gevraagd om het geld dat nu aan wapens wordt uitgegeven, te besteden aan de bestrijding van de honger in de wereld.
Maar wij kunnen ook zelf tekens van hoop stellen. Dat kunnen we doen door bijzondere aandacht te hebben voor kwetsbare groepen in onze samenleving: zieken, armen, migranten, gevangenen, vluchtelingen en daklozen, oudere mensen, eenzame mensen, jongeren die op zoek zijn naar richting in het leven. Daarvoor hoeven wij niet naar Rome te gaan. Wij hoeven het niet ver te zoeken; wij vinden ze in onze onmiddellijke omgeving. Ook daar kunnen wij als pelgrims van hoop tekens van hoop stellen. En laat die tekens van hoop dan ons noodpakket zijn, voor onszelf en voor andere mensen, voor barre tijden.
Moge het zo zijn.
Overweging 25 december 2024
Voorganger: Jan van der Wal;
Lezingen:Jesaja 52, 7-10 en Johannes 1. 1-14;
Thema: De hoop opnieuw geboren
Jaren na de dood van Jezus hebben zijn leerlingen nagedacht hoe ze het beste zijn leven konden beschrijven. Lucas, schreef het bekende kerstverhaal hoe de ouders van Jezus, Josef en Maria, naar Bethlehem trokken waar onderweg hun kindje werd geboren in een stal; zijn wiegje was een kribbe, een voederbak, omdat er geen plaats was in de herberg. Lucas liet zien hoe eenvoud en armoede al vanaf zijn geboorte deel uitmaakte van het leven van Jezus. En vooral: hoe de hemelen opengingen, engelen zongen en een schittert licht boven de kribbe straalde, ten teken dat hier een heel bijzondere mens was geboren.
Johannes de evangelist heeft er nog veel later in een geheimzinnige tekst over gemediteerd. Hoe die bijzondere man Jezus toch op aarde is verschenen, en wat de betekenis van aanvang is geweest. Johannes wil ons meenemen naar de kern: waar gaat het nu ten diepste om in het geloof in Jezus? En hij beschrijft in plechtige woorden hoe Jezus Licht, Woord en Waarheid is geworden voor heel de mensheid. Het is een waarheid die nauwelijks in woorden te vatten is.
Johannes neemt ons mee naar dat allereerste begin, namelijk bij God. Van God komt al het leven, dus ook van Jezus, wil hij zeggen. Al wat is gemaakt is door God in Jezus ontstaan. Johannes gebruikt er de woorden leven en licht voor. Leven betekent dat God onze wereld heeft geschapen en alles wat daar leeft en beweegt. Licht betekent dat er ten diepste geen chaos heerst, geen duisternis, maar dat het licht van God komt. En Jezus is licht voor de mensen geworden.
En dan beschrijft Johannes vervolgens in één zin Kerstmis: Gods Zoon is mens geworden. Dat grote geheim van al wat is geschapen en ontstaan, blijft niet op afstand in de kosmos. Neen, dat Woord van God wordt vlees, wordt mens. God verbindt zich met ons mensen. En in een lichaam, meer dan tweeduizend jaar geleden geboren, hebben mensen God gezien. Menswording van de Allerhoogte.
God en mens komen samen in Jezus, in een kind dat in een stal wordt geboren. Dat is de diepste reden van het vieren van Kerstmis, als feest van het licht: Jezus heeft ons God doen kennen, doen inzien hoe liefdevol Hij is. Zo heeft het mysterie van ons leven een gezicht gekregen. Kerstmis vieren, en christenzijn is dankbaar en hoopvol leven vanuit dit grote geheim. God heeft ons leven willen delen, en zodanig, dat zijn Zoon mens werd. Met Kerstmis wordt elk jaar de hoop opnieuw geboren.
Zo kan een kwetsbaar kind, waarin God zich openbaart ons aan het denken zetten. Wie is die God, die het aandurft om mens te worden? Wat betekenen woorden als leven, licht en waarheid nu voor ons?
Wat betekent echt leven voor ons? Leven we niet teveel, en vaak in het duister, omdat somberheid overheerst, durven we het licht toe te laten? Leven we niet te vaak in lauwheid, aarzelen we niet te veel, en blijven we steken in twijfel?
Hoe ziet in onze dagen het licht eruit, en waar in ons leven van alledag overwint het licht die duisternis? En zijn we wel actief bezig om meer licht toe te laten?
Steeds opnieuw willen we op zoek gaan naar de levensvragen die er toedoen. En dan keuzes te maken die ons leven lichter, helderder en zuiverder kunnen maken. Er is reden voor grote blijdschap, ook als ons alledaagse leven weinig aanleiding daartoe geeft.
Immers: God daalt af in dit alledaagse leven van ons. De hoop opnieuw geboren betekent dat God in dit alledaagse leven van ons aanwezig wil zijn, aanwezig is, uit liefde voor ons. Hij verschijnt ook in onze chaos, verdriet, twijfel en wanhoop, zoals Hij ook aanwezig is in geluk en blijdschap, in dank en in troost.
De plechtige woorden van Johannes dat het Woord van God vlees is geworden is niets meer of minder een uitnodiging aan ons om God toe te laten in ons leven. Om in het licht van de pas geboren Zoon zijn liefde opnieuw te beseffen en te beleven als een godsgeschenk voor iedereen op aarde.
In mijn werk in de geestelijke gezondheidszorg vertelde mij een jongeman van ooit een prachtige ervaring. Te midden van een zware en aanhoudende somberheid had hij plotseling, en geheel onverwacht, een groot licht gezien. Hij wist niet waar het vandaan kwam, maar diep van binnen in hem straalde een korte tijd een groot licht. Dat licht gaf hem vertrouwen en geloof. Samen hebben we woorden en wegen willen vinden om zijn geloof handen en voeten te geven.
Hoe waarachtig klinkt dit verhaal tegen de achtergrond, dat het leven dat Jezus brengt, licht voor de mensen is. Een licht dat duisternis kan verdrijven, al is het maar voor even. Die momenten dat ook in ons van binnen licht schijnt, kunnen we van harte toelaten.
Met Kerstmis is het licht van God gekomen. Wij zoeken graag het licht op. Maar dat licht komt ook op ons af. Toen, in die wonderlijke kerstnacht lang geleden, nu in ons eigen bestaan. Mogen we dat licht met ons allen koesteren en vasthouden en in dankbaarheid samen het kerstfeest vieren. We hebben wel degelijk iets te vieren: we delen het geheim van de liefde die God voor mens en wereld heeft opgevat. Ik wens u allen een zalig Kerstmis. Amen.
Overweging 22 december 2024
Voorganger: Jan van der Wal;
Lezingen: Micha 5, 1-4a en Lucas 1, 39-45;
Thema: Vreugdevolle ontmoeting
Er wordt wel eens gezegd dat Maria meer mensen heeft geïnspireerd dan welke vrouw ook. Wat boeit ons zo in Maria? Wat hebben kunstenaars in haar gezien en haar zo vaak afgebeeld, op schilderijen, iconen en in beelden? Waarom zijn er zovele mensen die tot Maria hun toevlucht zoeken, die tot haar bidden om voorspraak, om troost en geborgenheid?
Maria was toch een eenvoudige, arme vrouw, wonend in een nietig dorp; maar wel een vrouw met een diep geloof in Gods tegenwoordigheid. Zij staat model voor de vroomheid van heel Israël, die leeft in en van het Verbond met de Heer. Deze vrouw, zo jong als ze is, is door God uitverkoren om moeder te worden van een bijzondere zoon. Als God iemand uitkiest voor een bijzondere taak, dan doet Hij dat op heel eigen wijze, niet door mensenverstand te bevatten.
Maria hoort op een avond een stem, die tot haar spreekt: ze weet eerst niet waar die stem vandaan komt; dan ontvangt ze een boodschap – is het van een engel -die alleen voor haar is bestemd. Ze zal moeder worden van een kind dat Zoon van de Allerhoogste genoemd zal worden. Maria begrijpt er weinig van, maar ze weet wel dat deze boodschap serieus te nemen is. Ze is uitverkoren, vol van genade, om een bijzonder kind ter wereld te brengen. Een Zoon zal zij baren, die niet voortkomt uit de wil van een man, maar uit de Adem van de Heilige Geest.
Natuurlijk kan zo’n Kind van goddelijke afkomst alleen God zelf als Vader hebben. En met haar instemming toont ze zich bereid om God de ruimte te geven, al beseft ze nog niet, dat dit besluit haar hele leven zal veranderen. Maria wordt door de boodschap van de engel verrast en het maakt haar ook wel angstig. Pas als het weer rustig is in haar hoofd, bezint ze zich, en krijgt het geloof in Gods goedheid de overhand.
En dan stelt zij zich de cruciale vraag: mag God nieuw leven wekken in mij? Geef ik God de ruimte die Hem toekomt? Bedenken wij dat ook wel eens: mag God ook nieuw leven wekken in ons? Ook als wij oud zijn zoals Elisabeth? Zijn wij bereid Hem in deze Adventstijd van waken en wachten te ontvangen? God zelf is op komst en wil in ons midden wonen.
Later, als het besef is doorgedrongen en Maria een kind in haar schoot voelt, dan zal ze haar nicht Elisabeth bezoeken. Ook Elisabeth is namelijk in verwachting, en ook deze zwangerschap is wonderlijk: want zij is eigenlijk al te oud om nog kinderen te baren. Elisabeth was tot onvruchtbaarheid gedoemd, een lot dat veel vrouwen met haar deelden en tot maatschappelijke uitsluiting en afkeer leidde.
Er is veel herkenning over en weer, twee vrouwen die op wonderlijke wijze in blijde verwachting zijn geraakt; nu zijn ze beiden betrokken in Gods heilsplan.
Want God maakt het onmogelijke mogelijk. God zegent vrouwen in zijn omgang met Israël: Hij maakt onvruchtbaren vruchtbaar, Hij opent zelfs hun schoot voor een bijzondere geboorte. Deze kinderen zullen straks de geschiedenis van niet enkel Israël, maar van de hele wereld veranderen. Daarom zijn deze twee kinderen heilig, omdat God zelf betrokken is in hun conceptie.
Zo ervaren beide vrouwen - Maria en Elisabeth - dat God ingrijpt in hun levens, ook al is dat door hun wonderlijke moederschap op hun kop gezet. Hun begroeting getuigt van een vreugdevolle ontmoeting, want God heeft hen gezegend, beide vrouwen beseffen dat terdege. De geboorte van hun zonen – Jezus en Johannes – zullen de grootste profeten van Israël worden genoemd.
Hoe zit dat met ons? Grijpt God ook wel eens in ons leven in? En als Hij dat doet, herkennen wij dat dan? Kunnen wij momenten aanwijzen in ons leven dat God nabij is geweest, dat Hij ons redde, ons waarschuwde, ons beproefde, een voorgevoel gaf wat komt, ons troostte, ons een uur van rust en vrede schonk?
Het bezoek van Maria komt Elisabeth letterlijk genade brengen. Maar niet alleen Elisabeth, alle mensen komt zij genade brengen! Er staat niet geschreven wat Maria precies zei bij haar ontmoeting, en evenmin wat Elisabeth hoorde. Maar het is de heilige Geest die verstaanbaar maakt welk wonder in hun leven is geschied. Dat is de kern van hun vreugdevolle ontmoeting.
De vrouwen zitten op eenzelfde golflengte, ze hebben aan een blik en een groet genoeg om te beseffen dat ze uitverkoren zijn. Het is de heilige Geest die Elisabeth doet uitroepen dat Maria de gezegende onder de vrouwen zal zijn, evenals het kind van haar schoot gezegend is, al voor zijn geboorte.
Zo begroet Elisabeth niet alleen Maria, maar ook Jezus als de Redder van de wereld. Maria en Elisabeth zijn pelgrims van hoop op een nieuw leven. In de ander begroeten zij het nieuwe leven dat God schenkt, de hoop op een nieuwe wereld waar haat en minachting wijken voor liefde en respect.
Kunnen wij als wij elkaar begroeten ook niet vervuld zijn van heilige Geest als wij in de ander ook God begroeten, immers: God woont in ons: wij zijn tempel van zijn Geest. Zo kan net als tussen Maria en Elisabeth ook onze begroeting een extra vreugdevolle ontmoeting worden.
Immers, ook tot ons wordt gezegd: zalig jullie die geloven dat tot vervulling zal komen wat ons door de Heer is gezegd. Dat betekent: niet bang zijn, zoals Maria, die echt niet alles begreep. Maar wel vertrouwen opdat Gods goedheid over ons zal komen. En dat wij later wel beseffen waar het allemaal goed voor was. Zo worden wij pelgrims van hoop in een verscheurde wereld. Amen.
Overweging 15 december 2024
Voorganger: Wim Rigters
Lezingen:Sefanja, 3, 14-18 – Filippenzen 4, 4-7 – Lucas3, 7-18
Thema: Solidaridad solidair zijn...!
Ik weet niet hoe het u vergaan is bij het aanhoren van de Schriftteksten, de Bijbellezingen op deze zondag, maar bij mij komt steeds – in de voorbereiding en vandaag – het beeld voor ogen van de spagaat; u kent die figuur wel, die dansers zowel in het klassieke ballet als in de moderne dansstijlen maken, en de Mariekes met Carnaval - , als ik het zie, denk ik altijd: oef!! – alsof ik het zelf voel.
Zoiets heb ik vandaag bij de lezingen: aan de ene kant dat gejubel en gejuich: wees blij! verheug u! – en aan de andere kant die stem van die roepende in de woestijn: ‘Adderengebroed! wie heeft u voorgespiegeld dat u de komende toorn kunt ontlopen?’ Het lijkt wel een weerspiegeling van alles wat er in deze tijd in de maatschappij waarin wij leven, in ons land en in de wereld gebeurt: aan de ene kant de komende feestdagen, aan de andere kant de oorlogen die plaats vinden en de dreiging ervan wereldwijd en alle ellende die ze teweegbrengen.
Er zijn in ons land drie grote partijen die de letter V in hun naam hebben: de VVV, vereniging voor vreemdelingenverkeer: die streeft ernaar zoveel mogelijk vreemdelingen naar ons land te halen, ze zelfs aan onderdak wil helpen, als ze ons maar zoveel mogelijk geld in het laatje brengen en daarna ook weer allemaal teruggaan naar het land van herkomst. Bij de andere twee staan de V’s voor ‘vrijheid’; dat is hun hoogste streven; maar in de maanden tot nu toe dat zij de regie in handen hebben, lijkt hun streven geheel gefocust te zijn op het sluiten van alle grenzen voor de vreemdelingen die juist wanhopig op zoek zijn naar een beetje van die vrijheid: verlossing van oorlog, vervolging, armoede. En dat terwijl het eigen volk smacht naar bevrijding van de torenhoge schuldenlast, de bevrijding van de voortdurende angst en onzekerheid om aardbevingen en de gevolgen ervan; en de jeugd, de kinderen dringend moeten worden behoed voor en bevrijd van de criminele invloed van de sigarettenmultinationals, die uit alle macht probeert juist hen verslaafd te maken aan hun ziekmakende producten.
Oh ja! Geen politiek in de kerk, en het is ook zo gemakkelijk om te zeggen wat “ZE” zouden moeten doen.
Maar misschien is er daarom vandaag ook die evangelielezing: die stem van een roepende in de woestijn, die gehoord moet worden. En die vraag van zijn toehoorders: ‘Wat moeten wij dan doen?’ . . .
Wat moeten wij dan doen??
Ik hoef zijn uitgebreid antwoord niet te herhalen; kort samengevat komen ze hierop neer: wees solidair met ieder die het minder heeft dan jij.
En dat is vandaag mijn spagaat: de politieke chaos in onze maatschappij, en de ondubbelzinnige oproep van Johannes. Ik zou graag jubelen en juichen en blij zijn, maar vaak dreigt boosheid en het gevoel van machteloosheid te overheersen . . . en ik smacht naar bevrijding daaruit.
En dan is er soms ineens een andere realiteit die me dan helpt.
Ik was bijna te laat voor de kerstpakketten-aktie; er waren nog maar 2 lege dozen. Er wordt wel degelijk gedeeld!
Of vorige zondag, bij Buitenhof op TV dat indrukwekkend interview met Michelle van Tongerloo, huisarts in Rotterdam Zuid en straatarts in de Pauluskerk: zo maar wat grepen eruit: ‘De huidige zorg draait om professionele afstand, maar goede zorg vraagt om professionele nabijheid’, en ‘we hebben zorgen voor elkaar veel te moeilijk gemaakt. Terwijl het zo eenvoudig kan zijn.’
Of al die hulpverleners en helpers vorig weekend in Den Haag, of in het nu al bijna vergeten Gaza . . .
Misschien allemaal geen heiligen, maar wel echte helers, zoals Jezus destijds.
Natuurlijk gaat het over Hem, als wij bij herhaling zingen: ‘Laat komen, Hij die komen zal, verlangend zien wij naar Hem uit’, en straks ook weer bij herhaling: ‘Nu zijt wellekome!’. . . . maar gaat het ook niet over onszelf en onze medemensen?
Zoals in dat andere lied, dat het koor zong:
Woord dat ruimte schept, toekomst wijd licht land
waar gerechtigheid als rivieren stroomt,
waar een wijnstok bloeit tegen klippen op,
even is het waar, en dan is het weg.
Toon mij niet vergeefs, wat mijn ziel verlangt,
geef dat ik volhard.
Overweging 8 december 2024
Voorganger: Sanneke Brouwers
Lezing: Baruch 5, 1-19 en Lucas 3, 1-16
Thema: Weg van omkeer
We vieren vandaag de tweede zondag van de advent, het licht groeit terwijl de nachten langer worden. Ook in de wereld zien we duisternis, instabiliteit en oplaaiende conflicten. Het is moeilijk om de tekst van Baruch te lezen met alle strijd en geweld die nu in het Midden Oosten plaatsvindt. Op TV zien we hoe steden met de grond gelijk worden gemaakt, mensen moeten leven tussen bergen puin. Kinderen en burgers zijn bedekt onder een kleed van ellende en rouw. En wij vragen ons af: waar is die nu, die mantel van Gods gerechtigheid?!.
Maar ons geloof leert ons dat te midden van die duisternis ook kleine lichtpuntjes zijn. Een staakt het vuren dat hopelijk leidt tot de-escalatie van geweld. De kracht van mensen die tussen de brokstukken een bezem pakken en proberen hun leven weer op te pakken. Ook zijn er vrijwilligers die zich inzetten voor kwetsbaren en gewonden. Bijvoorbeeld The White Helmets die in Syrië naar slachtoffers zoeken onder het puin. Of frietbakkers Franky en Coen die sinds het begin van de oorlog in Oekraïne naar getroffen gebieden trekken om eten en hulpgoederen uit te delen. Op donkere momenten zijn deze lichtpuntjes het meest zichtbaar. Laten wij hier ook aandacht voor hebben. Want alle duisternis in de wereld kan het licht van een enkele kaars niet doven.
De Bijbelteksten van vandaag gaan over een volk onderweg en een God die met hen meewandelt. Een levensweg over hobbelige paden en bochtige wegen. Dit leert ons: onze God is een meetrekkende God. Een God waarmee we thuis kunnen komen. Een weg die loopt van gevangen zijn naar bevrijding. Van donker naar licht. Van dood naar leven. Met kerst vieren we hoe de hoop geboren werd te midden van een donkere winternacht in een stal, bij mensen onderweg. Dit maakt ons, die ook onderweg zijn, pelgrims van hoop. We wandelen niet alleen, maar in een Bijbels spoor van mensen die op weg zijn met elkaar en met God.
De reis die we in ons leven gaan, is ook een innerlijke weg. Waarbij ons geloof zoekend is, soms dwalend of met voortschrijdend inzicht. De Bijbel kan onze gids en inspiratie zijn. Met in de tekst vandaag een bemoedigende richting aanwijzing: er is altijd een weg terug. We mogen fouten maken en op onze schreden terugkeren. Fouten toegeven is geen zwakte, zoals tegenwoordig vaak wordt gedacht, maar helpt ons juist betere mensen te worden.
Ons geloof en de adventtijd in het bijzonder, gaat niet alleen over de weg van inkeer in onszelf, maar ook van ommekeer. Het voornemen om dingen anders te doen, beter te doen en nieuwe inzichten in de praktijk te brengen. Dit past bij de tijd van het jaar waarin we de balans opmaken en ons voorbereiden op het nieuwe jaar.
Juist nu. Want met een jubeljaar voor de deur is er alle kans om met een schone lei te beginnen. Volgens de Thora is elk zevende jaar een sabbatsjaar, een rustjaar waarin land onbebouwd moest blijven, schulden werden kwijtgescholden en gevangenen en tot slaaf gemaakten werden bevrijd. Wij kennen dat tegenwoordig nog wel als een sabbatical waarin een werknemer de kans krijgt gedurende een aantal maanden even vrij te zijn van de normale verplichtingen om te studeren of een reis maken. Na 7 maal 7 sabbatsjaren volgt een jubeljaar. Dat is dus eens in de 50 jaar. Maar om iedereen de kans te geven een jubeljaar mee te maken stelde de kerk elke 25 jaar een jubeljaar in. In de Bijbel wordt het jubeljaar of genadejaar beschreven als een jaar van: vergeving, verlossing en kwijtschelding. Dit staat helemaal in lijn met de boodschap van Jezus. In Lucas 4,18 leest Jezus in de synagoge zelf voor uit de boekrol van Jesaja:
“De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.”
Een jubeljaar moet ons verlossen van alles wat ons gevangen houdt, en geeft de kans een nieuwe start te maken. Daarbij hoort: vergeving, verlossing en kwijtschelding. Hoe mooi zou het zijn als ook in deze tijd de schulden van volwassenen, jongeren en kinderen die gevangen zitten in financiële zorgen werden kwijtgescholden. Zij worden vaak gestigmatiseerd, want er wordt al snel gedacht: eigen schuld...
Maar het leven is duur en alles om ons heen probeert ons aan te zetten tot aankopen, zeker in deze maand. Dat kan wel een beetje minder. Vindt ook Paus Franciscus die spreekt over een ecologische bekering. We moeten onze leefstijl veranderen om de aarde leefbaar te houden en rechtvaardiger. Laat het jubeljaar ook een jaar zijn waarin we soberder leven en zuiniger met onze spullen omgaan. Ook dit kan enorm bevrijdend zijn.
Misschien kunnen we op die manier ook bijdragen aan het nivelleren van het financiële landschap. Waarin grote inkomensverschillen wat meer vereffend mogen worden. Zoals bijvoorbeeld met de voedsel pakketten actie.
Of het vieren van Sinterklaas die weliswaar ons land net weer heeft verlaten. Maar symbool staat voor de oudste generatie. Degenen die al het meest van de weg hebben gezien. Sinterklaas is de rechtvaardige gever onder wiens mantel wij ons graag verplaatsen wanneer wij elkaar een surprise geven. De Sinterklaas traditie voegt een morele component toe aan het geven. Want alleen wie zoet is krijgt lekkers. Hoe aardig dit ook klinkt, we moeten wel oppassen voor dit rechtvaardigheidsdenken waarbij de goeden worden beloond en de slechten het onheil aan zichzelf te danken hebben. Dit ‘eigen schuld dikke bult’-denken is niet alleen onwaar maar ook gevaarlijk. Want het betekent dat wie weinig krijgt ook nog eens wordt nagedragen dat wel verdiend te zullen hebben. Eigen schuld… We moeten erkennen dat de wereld onrechtvaardig is. En profeten roepen ons op deze verschillen tussen mensen zo veel mogelijk te effenen. Sinterklaas als oud en wijs mens kan ons blik wel verruimen. Zijn perspectief is dat van de morele autoriteit door wiens ogen wij ons gedrag (en dat van elkaar) kunnen beoordelen. Sinterklaas als alziend en alomtegenwoordig leert kinderen morele zelfreflectie door de vraag: “Wat zou Sinterklaas hiervan vinden?”.
Maar Sinterklaas is weer naar huis en wij zijn nu onderweg naar Kerst. Gods volk is onderweg van donker naar licht, met een jubeljaar letterlijk voor de deur. We reizen samen, onder de mantel van Gods gerechtigheid, een veelkleurige mantel. In het logo op de voorkant zien we dat we weg niet alleen hobbelig is, maar vloeibaar. Dat is de weg van de doop, de weg van omkeer, die ons schoonwast van zonden. De doop leidt onze weg via de geboorte van Christus door wie altijd een nieuw begin mogelijk is. Amen
Overweging 24 november 2024
Voorganger: Jan van der Wal
Lezingen: Daniel 7,13-14 en Johannes 18, 33-37
Thema: Getuigen van de waarheid
Vandaag viert de Kerk het feest van Christus Koning. Dit feest is honderd jaar geleden door Paus Pius XI ingesteld om Jezus als koning van alle volkeren te eren. Jezus wordt in de Bijbel als koning aangeduid: soms om te vereren zoals op zijn intocht op een ezel in Jeruzalem; soms om Hem te bespotten tijdens zijn geseling en op zijn kruisweg.
Er zijn ook andere titels die Jezus passen en die in Bijbelse tijd steeds meer gelijkenis met elkaar hebben gekregen: de koning van Israël groeide uit tot profeet en herder als hij zijn volk wijs en rechtvaardig bestuurde, zoals een herder zijn schapen weidt en hen voert naar grazige weiden. Maar vooral is de koningstitel verbonden geraakt met de titel van de Messias. Messias, in het Grieks: christos, betekent gezalfde; wij christenen zijn dus allen gezalfden, want wij willen volgelingen zijn van een Messias die Jezus heet.
Het feest van Christus Koning werd gepresenteerd in een tijd dat de wereld steeds meer tirannen kende, dictators die aan iedereen voorbijgingen. Die tijd lijkt helaas op de onze. In die dagen werd Jezus voorgesteld als een geheel andere koning, iemand die niet anderen negeert door over hen te heersen; maar een die stilstaat bij mensen, betrokken is op hun lot, een koning die zijn entree deed op een ezel, tussen mensen wil staan, door onder hen te leven.
De lezing van Johannes toont ons een dramatisch moment uit de laatste dag van Jezus van Nazareth. Hij staat tegenover Pilatus, een tiran die op afschrikwekkende wijze over Israël regeert. En Pilatus, de landvoogd, wil erachter zien te komen of Jezus nu echt die opstandeling is, die naar velen zeggen, zich uitgeeft als koning van Israël. Want dan wordt de macht van de Romeinse keizer betwist. En daarop staat de doodstraf door kruisiging.
Maar Jezus zit op een andere golflengte. Als Jezus over zijn koningschap speekt, dan bedoelt Hij dat onzichtbare Rijk van God, geen politiek koningschap, maar een koningschap van Godswege. En Hij, en dat is nu juist het gevaarlijke in Jezus’ optreden, is daar een afgezant van, ja zelfs noemt men Hem de Mensenzoon. En die mensenzoon-gestalte is langzaam samengesmolten met de traditionele gestalte van koning, profeet, herder en verlosser: Hij die Israël zal verlossen van onderdrukking en onrecht. Dat komt door de profeet Daniel.
De profeet Daniel ontving ooit een merkwaardig visioen, waarin hij een hemelse figuur in menselijke gedaante op zich af zag komen, gezeten op een wolk. Iemand die bekleed was met koninklijke macht en gezag, naar wie iedereen luisterde en eer betoonde, en aan wiens heerschappij nooit meer een einde zou komen.
En deze profetie had grote gevolgen. De volgelingen van Jezus zien haar vooral vervuld in Jezus als de Mensenzoon: Hij die mensen heelt en geneest, Hij die mensen weer bij zichzelf brengt, in oorspronkelijke eer herstelt. Is dat niet die koning-verlosser die wij nodig hebben, die is voorspeld door de profeten? Hij zal Israël verlossen van de Romeinen, Hij zal een nieuw Koninkrijk van vrede en gerechtigheid stichten. Zo schuiven Messias en Mensenzoon ineen.
Nu staat diezelfde Jezus als beschuldigde voor Pontius Pilatus. Hoe redt Jezus zich hieruit? Wil Hij zich rechtvaardigen? Of zwijgt Hij? Heeft het trouwens zin om een tiran te bekeren? Jezus lijkt de opvatting van Pilatus te beamen, de woorden van Pilatus bevestigen zijn koningschap. Jezus is koning, niet om te heersen maar om te dienen. Op de afbeelding van uw boekje zien we een andere afbeelding van Jezus: niet als heerser maar als gekwetste mens, een afbeelding die past in dit verhaal van een vernederde en beschadigde Messias, veroordeeld, verlaten en gemarteld: Christus op de koude steen.
Het is niet vreemd dat de communicatie tussen Jezus en Pilatus vastloopt op verschillende interpretaties van het koningschap. Zo’n koning als Jezus die voor hem staat, is hij niet gewend, zijn wij niet gewend, wekt verbazing en ongeloof.
“Mijn koningschap is niet van hier, is niet van deze wereld”, zegt Jezus. Daar heeft Pilatus geen macht over, slechts God. Jezus wil koning zijn naar Gods hart. Jezus blijft koning en behoudt zo de regie over zichzelf en zijn missie: om onverkort van de waarheid te getuigen wie Hij ten diepste is, tot aan zijn marteling en kruisweg, tot aan de dood op het kruis.
Wat is waarheid? Mensen die graag dromen, fantaseren, verlangens hebben, kennen ook hun waarheid. Mensen die visioenen ontvangen zien deze als waarheid. Dan is die weliswaar subjectief, maar desondanks niet minder waar.
Mocht het je ooit overkomen zijn, dat je visioenen hebt ontvangen zoals Daniel, of zoals Jezus, dan heb je altijd een werkelijkheidsbeleving ontvangen, ook al kun je die met anderen moeilijk delen. Visioenen en dromen hebben grote betekenis voor jouw waarheid. Jouw werkelijkheid verandert er wezenlijk door.
Ook dat is dan een waarheidsbeleving die niemand jou kan afnemen. Het maakt je wel onrustig of zelfs nieuwsgierig, je wilt op zoek gaan naar de waarheid achter die merkwaardige beleving. Dat kan rusteloosheid en opstandigheid veroorzaken. Maar je mag je ook gezegend voelen want God heeft je iets bijzonders laten zien. En van die waarheid ben jij getuige geweest.
Wat is waarheid? Jezus verkondigt een waarheid die van bovennatuurlijke oorsprong is. Zijn koningschap is niet om te heersen maar om te dienen. In zijn kruisdood zien wij een kwetsbare koning: liefde om te dienen en weg te schenken. Zo is God: Hij geeft zijn heerschappij aan een kwetsbare mens, die een boodschap van vergeving en liefde in al zijn menselijkheid zal belichamen. Daarin zetelt het Koningschap van Jezus, Hij zit aan het einde van zijn leven niet op een troon maar op een koude steen, arm en verlaten, omdat Hij wilde dienen. Dat is de waarheid waar Hij voor gekomen is, om gelijk te worden aan al die mensen die dat ook moeten ondergaan, éen Die weet heeft van hun lijden.
Tijdens zijn intocht in Jeruzalem juicht de menigte haar nieuwe koning toe. Maar in zijn finale koningschap, getooid in purperen mantel en gekroond met een doornenkroon, stelt Jezus zijn volgelingen danig teleur. Hij toont zich kwetsbaar, maar ook onaanraakbaar, Hij lijdt, maar volhardt in zijn opdracht. Want dat is zijn waarheid. Jezus leert ons hoe menselijk deze wereld kan zijn, als je trouw bent, solidair, als je kiest voor God, tegen verraad en leugens in.
Jezus is koning in dienst van de liefde. Zijn koningschap staat in dienst van zijn missie dat God oorsprong en einddoel is van de schepping. Een God die ons zo nabij wil zijn dat Hij ons naar zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen; zo is alle menselijk bestaan een beeld van God.
Jezus wil ons vlak voor zijn sterven tonen dat dienen, zwijgen, vergeven vaak beter is dan je wil opleggen en onverzoenbaar zijn. Daarom kunnen ook wij getuigen zijn van de waarheid die vrij maakt. Dat ook wij in verlatenheid op een koude steen kunnen belanden, hopend op barmhartigheid van een ander.
Mogen we deze innerlijke waarheid nastreven en daarvan getuigen, opdat het Koninkrijk van God in Jezus Messias naderbij kan komen. Amen.
Overweging 17 november 2024
Voorganger : Ineke van Cuijk OP
Lezingen: Daniel 12,1-3 en Marcus 13,24-32
Thema: Gerechtigheid zal stralen
De lezingen van vandaag bieden ons allerlei apocalyptische beelden. We lopen naar het einde van het kerkelijk jaar. In die tijd….zo begint Daniël – de tijd van de ondergang van de wereld, een tijd van nood zoals er nog nooit geweest is. En ook Jezus zegt: ‘in die dagen na de verschrikking zal de zon verduisterd worden, en de maan haar licht niet meer laten schijnen…’ Wat kan dan toch de Bijbelse Boodschap zijn?
De grote vorst Michaël – en zijn naam betekent WIE IS ALS GOD – zal opstaan en hij zal de kinderen van het volk terzijde staan. God blijft erbij. Daniël kijkt om zich heen en ziet een wereld die leeft zonder God – die leeft in de waan van alledag. Deze verhalen kunnen we plaatsen tegen de achtergrond van het Makkabese verzet tegen de wrede Griekse overheerser. De toekomst ziet er voor het Joodse volk op dat moment niet rooskleurig uit. Hoe moeten ze verder? Is er nog hoop? Waar is gerechtigheid?
Jezus geeft ons een vingerwijziging: kijk naar de vijgenboom: leer van het beeld van deze boom; als zijn twijgen zacht worden en zijn bladeren zich ontvouwen dan weten jullie dat de zomer in aantocht is. En niet voor niets noemt Hij de vijgenboom: in warme streken geeft een vijgenboom wel drie tot vier oogsten per jaar; hij staat daardoor bekend om zijn vruchtbaarheid. Hij loopt pas uit als er geen nachtvorst meer verwacht wordt. Deze boom wordt de ‘boom der wijsheid’ genoemd. Het visioen dat Jezus schildert, van de verwoestende krachten tot de komst van de Mensenzoon, bedoeld om de leerlingen, toen en nu, op te roepen trot waakzaamheid. De lezingen van vandaag vertellen over situaties van mensen in nood, van spannende tijden maar blijf waakzaam, geef de moed niet op - er komen (ooit) betere tijden. Deze woorden hebben de bedoeling mensen die vervolgd en onderdrukt worden te bemoedigen door de aankondiging van het naderende einde van alle gruwelijkheden. God zelf zal, door in te grijpen een einde maken aan de verwording van deze wereld. Hij/Zij zal niet toelaten dat geweld, onderdrukking en dood het laatste woord hebben.
Gerechtigheid zal stralen……dat gaven wij mee als thema van deze viering. Het is misschien bijna ‘vloeken in de kerk’…..Hoe durven we dat te zeggen? Als we om ons heen kijken worden wij boos, verdrietig, voelen we ons machteloos. Er gebeurt zo veel aan narigheid dat we moedeloos kunnen worden. Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat je als Joodse vrouw anno 2024 ’s avonds niet meer over straat durft in Amsterdam? Dat er in Amerika een president wordt gekozen waar we (bijna allemaal) van schrikken. Je houdt je hart vast. En dan hebben we het nog niet over de oorlog in Oekraïne, de verschrikkelijke beschietingen over en weer in Gaza, Libanon en Israël en de enorme hongersnood in verschillende Afrikaanse landen. En op kleinere schaal: vooroordelen, elkaar de maat nemen. Ik hoop niet dat u al afgehaakt bent…………….misschien ook wel…. En dan durven wij hier te zeggen: gerechtigheid zal stralen……
Vorige week zondag was er in het kader van de serie Bezielde Film een bijeenkomst in de Dorekerk met de film THE OLD OAK. De titel verwijst naar een pub in een vervallen mijnstadje in Noord-Engeland. Huizen staan leeg, jongeren zijn weggetrokken en is er nauwelijks werk voor iedereen. In dat stadje komt een bus met Syrische vluchtelingen. En u begrijpt het al: boosheid, onbegrip – verschrikkelijke vooroordelen, jaloezie, het speelt er allemaal. Persoonlijk leed en maatschappelijke problemen, alles loopt door elkaar. In een zaaltje achter de pub hangen foto’s van de mijnstaking, jaren daarvoor. Om deze staking destijds vol te kunnen houden kwamen alle vrouwen – moeders/dochters met pannen vol eten naar dit zaaltje om samen standvastig te blijven in dit arbeidsconflict. En zo ontstaat het idee om gezamenlijke maaltijden te houden. Dat is een groot succes maar er wordt sabotage gepleegd en iedereen is terug bij af. De stellingen worden weer ingenomen totdat een Syrische familie bericht krijgt dat man en vader gestorven is in de gevangenis in Syrië. Langzaam maar zeker zie je het hele dorp uitlopen om deze familie te condoleren, bloemen te leggen en eten te brengen. Heel ontroerend!! Het kan dus………………..gerechtigheid zal stralen……………
Zo zijn er meer lichtpuntjes – mensen die naar elkaar omkijken, bezorgd zijn, op de barricaden springen. In Effata zijn ook verschillende activiteiten hieromtrent. En in Nijmegen (stads breed) is er op dit moment het initiatief van verschillende kerken aandacht te besteden aan HEEL DE AARDE met een lezing over ‘integrale ecologie’ en vrijdag a.s. een bijzondere film THE LETTER / DE BRIEF over klimaatverandering. Een film geïnitieerd door paus Franciscus. Of zoals gistermiddag: in de kapel van de zusters Dominicanessen van Neerbosch deden twee (relatief) jonge vrouwen, vol vuur en enthousiasme, hun professie. En daarnaast is er in onze wereld zoveel vraag naar zingeving. Dat moet toch hoopvol stemmen.
Apocalyptische Bijbelteksten, weerbarstig als ze misschien mogen zijn: wij mogen ze zo verstaan: als een oproep om onversaagd vooral standvastig te blijven. Om te blijven geloven dat er een einde komt aan deze verschikkingen. Wat er ook voorbij mag gaan in deze van God losgeraakte wereld: zo kunnen we dat soms voelen, Jezus Christus heeft woorden van eeuwig leven. Wie op Hem zijn leven bouwt, heeft vast grond onder de voeten, al lijkt die grond soms weg te vallen.
We zongen aan het begin: ‘Die chaos schiep tot mensenland, die mensen riep tot zinsverband’ – verhalen, liederen, schriftteksten en alle gebeurtenissen in ons eigen leven mogen ons uitnodigen om gerechtigheid te blijven uitstralen…………….